Biggles 26
|
|
Reeks |
: Biggles Pockets |
Nummer |
: 26 |
Uitgeverij |
: Spectrum N.V. |
Jaar |
: 1966 |
Schrijver |
: W.E. Johns |
Titel |
: Biggles in gevaar |
Oorspr. titel |
: Biggles delivers the goods |
Tekeningen |
: Pim van Boxsel |
Bladzijden |
: 189 |
Foto |
: |
Inhoud |
: Overgenomen van de binnenkaft: |
Toen Biggles, na een oproep van commodore Raymond, diens kantoor binnenstapte, bevond zijn chef zich in gezelschap van een Chinese bezoeker, die voor Biggles geen onbekende was. Li Chi en hij hadden al eens een ontmoeting gehad in een smokkelaffaire en bij die gelegenheid had de Chinees aan het kortste eind getrokken. Dit gebeuren had zich echter voor de oorlog afgespeeld en Li Chi kwam nu de geallieerden zijn diensten aanbieden. Zijn aanbod betrof een grote hoeveelheid rubber, die uit de plantage van zijn vriend, majoor Marling, betrokken zou kunnen worden. Rubber was in die oorlogsjaren een onmisbaar, maar zo goed als onverkrijgbaar artikel. Het was om zo te zeggen zijn gewicht in goud, en bovendien ongewone risico's waard. Inderdaad was de rubbertransactie in dit geval bijzonder riskant. De plantage van majoor Marling lag in Japans bezettingsgebied, en men kon onmogelijk verwachten dat de vijand de levering aan, en het vervoer naar de geallieerden oogluikend zou toestaan. Wilde de onderneming kans van slagen hebben, dan was een man met een grote dosis ervaring en koelbloedigheid een eerste vereiste. Derhalve was Biggles de aangewezen persoon om de leiding op zich te nemen. In gezelschap van Algy, Bertie, Ginger en Li Chi zette hij koers naar het oosten, waar hem temidden van oorlogsgeweld en verraad een strijd op leven en dood wachtte.
Maak jouw eigen website met JouwWeb