In dit verhaal moet Biggles de strijd aanbinden tegen de beruchte Zwarte Olifant, de hoofdman van een bende veedieven die heel Afrika onveilig maakt en er daarbij niet voor terugschrikt om daar waar verzet gepleegd wordt, over lijken te gaan. Maar telkens wanneer de zoveelste melding van het zoveelste misdrijf bij de autoriteiten binnenkomt, is er van de Zwarte Olifant en zijn trawanten geen spoor meer te bekennen. Een teken dat het gevreesde en gehate heerschap niet alleen buitengewoon gewetenloos, maar ook buitengewoon sluw te werk gaat. Biggles en zijn vrienden slaan hun hoofdkwartier op in het hartje van Africa om vandaar uit de stropers zo snel mogelijk op het spoor te komen. Bovendien hebben ze drie vliegtuigen tot hun beschikking zodat de taken zo efficiënt mogelijk verdeeld kunen worden. Wanneer Ginger in zijn Auster in een tropische onweersbui terecht komt en een noodlanding moet maken in een onherbergzaam oord, ontdekt hij bij toeval het geheim waardoor de Olifant ongestoord de geroofde kudden naar het noorden kon voeren. Met deze ontdekking hebben ze de vijand natuurlijk nog niet te pakken, maar toch zal Biggles niet lang daarna door een slimme manoeuvre de hele bende weten te verschalken. Nog juist op tijd om een straffeloze verdwijning over de grens te kunnen verhinderen.