Verschillende van Biggles' avontuurlijke bezigheden vonden hun oorsprong in een ver verleden. En wanneer we hem aan het begin van dit boek koers zien zetten naar Madagascar, het merkwaardige eiland voor de Afrikaanse oostkust, moeten we voor een juist begrip van de feiten teruggaan naar het einde van de 17de eeuw. Madagascar herbergde in die tijd een goedgeorganiseerde piratenkolonie, gesticht door een Franse piratenkapitein die het rondzwalken over de zeven zeeën moe was en in het eiland een rustige basis zag voor het verschalken van rijkbeladen koopmansschepen. Toen een zekere Tom Tew er voet aan land zette, besloot hij op het eiland te blijven om het winstgevende bestaan van de vrijbuiters te delen. Niet lang daarna werd de nederzetting echter tijdens een van de strooptochten door de inheemse bevolking geruïneerd, waarna de zeeschuimers besloten niet langer te blijven en opnieuw het ruime sop kozen. Hun schip liep op een van de verradeerlijke riffen en kwam met de kostbare lading op de zeebodem terecht. Jaren later werd deze geschiedenis voor Biggles reden om Madagascar met een bezoek te vereren. En alsof de reiskoorts hem na deze onderneming weer te pakken had, kwamen, nu hij toch op toernee was, ook Schotland, Cypreu, Nice, Wenen, Afrika en Thailand aan de beurt.