In een wel zeer merkwaardige geschiedenis werd Biggles betrokken op de dag dat Leofric Landaville zijn pad kruiste. Deze jonge edelman was de laatste telg van een oud adellijk geslacht, waarop al sinds eeuwen, om precies te zijn sinds de Rozenoorlogen van de 15e eeuw, een onheilspellende vloek rustte. Nu was Leofric niet erg bijgelovig en Biggles waarschijnlijk nog minder, maar de feiten spraken toch duidelijke taal. Want inderdaad was sinds die gedenkwaardige dag dat de vervloeking werd uitgesproken, geen enkele titeldrager van het geslacht Landaville een natuurlijke dood gestorven, en altijd had een krassende raaf voor een lugubere muzikale begeleiding gezorgd. Leo's oudere broer was nog pas zeer onlangs onder dezelfde onverklaarbare omstandigheden gestorven en zijn laatste woorden, die betrekking hadden op 'drie sterren', maakten het geheel alleen maar raadselachtiger. In het eenzame verwaarloosde kasteel vormde Leo zelf een prachtig doelwit voor de moordenaar. Maar wie of wat zich voorgenomen had de Dood een handje te helpen, was en bleef een dreigend mysterie. Totdat Biggles ten tonele verscheen en een paar interessante ontdekkingen deed....